Uit de gevangenis komen en werk zoeken. Het blijkt een zeer lastige taak te zijn. Vaak zijn de ex-gedetineerden laaggeschoold en moeten ze met hun strafblad opboksen tegen de talloze vooroordelen van de werkgevers. Het gevolg? De werkloosheid zorgt er vaak voor dat de ex-gedetineerden hervallen en opnieuw de foute, mits criminele beslissingen maken. Als we naar de feiten kijken, hervalt bijna de helft van de ex-gevangenen. Wordt het niet eens tijd om dit probleem aan te pakken?
Gelukkig is men er bewust van dat werk hebben één van de belangrijkste factoren is om weer te integreren in onze hoogeisende maatschappij. Het is dus ook een must om deze personen hierin te ondersteunen.
Waarom kijkt de maatschappij zo neer op ex-gevangenen? De reden is simpel. Grote en zware misdrijven halen vaak de media. We weten het allemaal, vooroordelen zijn snel gecreëerd bij de bevolking. Zat je in de gevangenis? Ooh jeetje, jij zal wel een slecht persoon zijn… Denk je dat elke ex-gevangene een crimineel is om U tegen te zeggen? Dat die persoon geen enkele motivatie heeft om zijn of haar leven weer op te bouwen? Think twice…
Hieronder leest u twee interviews met detentieconsulenten.
Franky VAN BELLEGHEM (47) begeleidt in Brugge als voltijds detentieconsulent doorlopend meer dan 150 gedetineerden en zit al tien jaar in het vak.
Is dat niet bijzonder zwaar voltijds met zo’n moeilijke doelgroep bezig zijn?
‘Het is niet te onderschatten. Enerzijds moet je naast het arbeidstoeleidende aspect van de job altijd openstaan voor de specifieke problematiek van de gedetineerden.
Je moet hen als het ware ‘genegen’ zijn. Anderzijds mag je hierin niet te ver gaan uit respect voor het slachtoffer en diens nabestaanden. Je moet die grens goed bewaken.’
‘Je ziet veel miserie, veel verwoeste levens en dat laat je niet altijd zomaar los als je uit de gevangenis stapt. Als je het erg ter harte neemt, steek je er automatisch ook veel tijd in en kom je er lang niet met 38 uur. Maar ik doe het met heel veel plezier.’
Wat beschouw je als je belangrijkste taak?
‘Die van motivator. Veel gedetineerden gaan zich bijvoorbeeld engageren voor een opleiding omdat het één van de middelen is om vrij te komen. Je mag hier niet blind voor zijn: het eerste doel van elke gedetineerde is: ‘ik wil hier zo snel mogelijk buiten zijn’! Ongeacht de manier waarop. Kan ik mijn VDAB-begeleider hiervoor gebruiken dan doe ik dat. Het is de taak van de consulent de gedetineerde toch te motiveren en naar de juiste opleiding toe te leiden. Uiteindelijk halen we in de loop van de begeleiding zeker 95% over de streep, krijgen we hen echt gemotiveerd voor de juiste opleiding, de juiste tewerkstelling.’
‘Nu worden zelfs langdurig gedetineerden vaak toch nog geplaatst. Het vertrouwen van de verschillende betrokken VDAB-diensten is over de jaren heen ook duidelijk gegroeid en dat is hierin toch een uitermate belangrijke ondersteuning.
Het psychologisch grote belang van de consulenten blijkt ook uit de vraag hoe belangrijk hij het programma acht voor de gedetineerden …
‘Het is gewoon al heel belangrijk voor hen als mens. Ze gaan al een grote stap vooruit als ze merken dat er gewoon iemand in hen gelooft! Klinkt misschien een beetje missionarisachtig, maar het is zo. Ik heb ooit iemand bij me gehad die me na vijftien jaar opsluiting in heel wat verschillende gevangenissen letterlijk zei dat het nog maar de tweede maal in zijn leven was dat er iemand naar hem luisterde, en de eerste maal was door de psychologe van de gevangenis van Brugge. Dat wil iets zeggen. Gedetineerden in zichzelf en hun kansen doen geloven is van levensbelang in onze taak. Zonder hulp is hervallen onvermijdelijk. Ik heb al zeer veel fantastische mensen leren kennen in de gevangenis.’ Franky laat tekeningen en een postkaartje van een aantal gedetineerden zien waaruit blijkt hoeveel ze aan hem en de VDAB-begeleiding hebben gehad.
Merk je dat het programma daarin resultaten haalt?
‘Absoluut. Ik heb ooit eens een aantal mensen gevolgd over een periode van drie of vier jaar. Toen kwam ik aan een non-recidive van 7 op 10 en dat is het tegenovergestelde van normaal. En dat heeft te maken met de begeleiding in zijn totaliteit. Iedere stap in die begeleiding is belangrijk. Als er bv. geen specifieke ondersteuning is voor drugs- of alcoholverslaafden heeft VDAB-begeleiding geen zin.
Wat vind je dat er in het algemeen nog aan het programma kan verbeteren?
‘Ik vind dat het goed loopt nu. We hebben al zeer veel gedetineerden bereikt en iedereen die in aanmerking komt en wil begeleid worden, wordt ook bediend. Er zijn daar geen plafonds.’
‘Extra consulenten in de betrokken gevangenissen zijn voorlopig minder nodig. Wel erg belangrijk is dat er op termijn in alle gevangenissen zeker één consulent aan de slag gaat. Maar budgettair zitten we momenteel nog erg krap.’ ‘Van sommige dingen kan je natuurlijk alleen dromen. Zo zou ik willen dat iedereen die intramuraal een opleiding volgt, een vaste vergoeding krijgt. Dan zouden er nog heel wat meer mensen instappen. Nu zijn er veel gedetineerden met schulden. Vaak hebben zij betaald werk binnen of buiten de gevangenis en gaan dan zonder voldoende vergoeding niet in een opleiding stappen.’
Wat kan er preventief nog verbeteren?
‘Investeren in onderwijs is een goed begin. Wij krijgen ondanks alles nog veel te veel met analfabeten te maken. Creëer ook een beter maatschappelijk draagvlak. Velen krijgen onvoldoende mee van thuis om goed te kunnen functioneren. Het gaat typisch al in de kinderjaren mis.’ ‘Er zijn heel wat mensen die ‘criminele’ feiten plegen, maar in feite weinig echte criminelen. Heel veel daders zijn eerst slachtoffer geweest. Veel feiten zijn ook drug- of alcohol-gerelateerd. Mensen die mits een goede opvang vooraf daar nooit in geraakt zouden zijn. Vele gedetineerden komen uit een marginale, vaak zelfs morbide gezinsstructuur en hebben geen universele waarden meegekregen zoals respect voor anderen. Als je enkel geleerd hebt je zin te krijgen door klappen uit te delen gaat het mis.’
Chris PINTENS (39) werkte gedurende 2 jaar als detentieconsulent in de gevangenissen van Wortel en Hoogstraten. Een boeiende maar niet zo evidente job, getuigt ze.
Kan je ons kort vertellen wat de verschillen zijn tussen deze 2 gevangenissen ?
‘Wortel is een vrij kleine gevangenis waar voornamelijk ‘kort gestraften’ verblijven. In het Penitentiair Schoolcentrum Hoogstraten (PSC) verblijven langer gestraften, die veelal vanuit andere gevangenissen werden overgeplaatst tijdens de eindfase van hun straf en dit in functie van een opleidingsvraag. Wortel heeft een gesloten regime. Het PSC daarentegen is een ‘half-open’ gevangenis, elke gedetineerde dient er te werken of opleiding te volgen. In Wortel bestaat geen verplichting tot werken of het volgen van een opleiding. Men beschikt er ook niet over de nodige accommodatie om dit te realiseren. Het PSC is strenger dan andere gevangenissen maar dan wel in de positieve zin.’
Merk je dat verschil in de praktijk ?
‘Zeker. In Hoogstraten werken ze met een eigen interne beroepsopleiding. Gedetineerden kunnen er het vak van metser, stukadoor, automechanicien, elektricien of schilder leren. De voltooiingstages gebeuren bij VDAB, zo krijgen ze een erkend VDAB-attest. Door de sterke autonomie inzake beroepsopleiding was het in Hoogstraten moeilijker om het juiste samenwerkingsverband te vinden. Wortel was bij de start van onze werking een onbeschreven blad, dit vereenvoudigde de introductie van het programma.’
‘De praktijk leerde me dat het verschil in leeftijd van de gedetineerden vaak een rol speelde in hun begeleiding. Zo zitten er in Wortel meer jonge mensen dan in Hoogstraten. Vanuit mijn ervaring zijn jongeren moeilijker te motiveren omdat ze soms nog rebelser zijn en maturiteit missen. Velen onder hen kregen een korte straf. Pas op ik pleit niet voor langer, er zijn ook andere manieren om te straffen. Bij deze groep van gedetineerden kreeg ik regelmatig het gevoel dat ze de ernst van de straf te veel relativeren en daardoor sneller de kans lopen te hervallen. De ouderen daarentegen beseffen meestal sneller dat de kansen die worden geboden een uitweg bieden.
Heb je het gevoel dat gedetineerden voldoende voorbereid worden op hun vrijlating ?
‘Dat is een moeilijke vraag. Naar opleiding en tewerkstelling toe, onze eigen verantwoordelijkheid dus, denk ik dat we heel hard ons best doen. Heel wat moeite wordt echter teniet gedaan door de sociale, emotionele of financiële problemen waar de gedetineerden mee kampen. Ook de reglementeringen binnen justitie staan soms haaks op onze werking. Al deze problemen vragen een totale aanpak. Wij werken slechts aan een deelaspect binnen dit geheel. De samenwerking met de PsychoSociale Dienst (PSD) is voor ons dan ook van immens belang, zonder hen kunnen we als detentieconsulenten weinig beginnen. Na verloop van tijd bouw je ook met de penitentiair beambten contacten op, ook van die mensen kom je veel te weten. Je moet immers alle klokken horen luiden om een goed beeld te krijgen van de gedetineerde die voor je zit. Een uitgebreidere begeleiding zowel intra- als extramuraal zou ook onze werking ten goede komen. De komst van de trajectbegeleiding vanuit het Strategisch Plan kan hier wellicht een stuk aan tegemoet komen.’
Staan werkgevers open voor ex-gedetineerden ?
‘Er zijn wel degelijk werkgevers die open staan voor ex-gedetineerden, dikwijls afhankelijk van wat ze gedaan hebben. Die beoordeling is heel subjectief. Voor de ene is diefstal een probleem, voor de andere niet, je kan daar geen echte lijn in trekken. Seksueel delinquenten behoren tot de moeilijkste doelgroep om te plaatsen.’
Je bent na 2 jaar gestopt met je werk als detentieconsulent. Een moeilijke keuze ?
‘Het was inderdaad een verscheurende keuze. Aan de ene kant weet je dat je voor die mensen ontzettend belangrijk werk verricht en dat je dat doet met veel plezier en inzet. Aan de andere kant moet je erover waken dat je je werk voldoende kan loslaten. Het is meer dan een voltijdse job, met redelijk wat stress en emotionele druk. Teveel moeten opboksen tegen de logheid van het systeem is de reden waarom ik er uiteindelijk mee gestopt ben.
Wat vond je het leukst aan je job ?
‘Enerzijds is het een job met veel afwisseling en een grote autonomie. Anderzijds geeft het veel voldoening als je er toch in slaagt een aantal mensen, uit deze toch moeilijke doelgroep, aan het werk te krijgen of in een gepaste opleiding binnen te loodsen. Dat en de oprechte dankbaarheid van sommigen onder hen, daar doe je het voor.’
Komen er in de toekomst nog meer gevangenissen zoals het PSC ?
‘Dat weet ik niet. Het PSC levert enorm goed werk en navolging zou zeker een stap in de goede richting zijn. Anderzijds ben ik al gedetineerden tegengekomen waar een alternatieve straf beter bij zou gewerkt hebben. Als men hier werk van kan maken zijner eigenlijk minder gevangenissen nodig. Ook uitbreiding van de werking van de VDAB naar meer gevangenissen lijkt me een goede zaak.’
We vernemen uit de interviews dat een goede opleiding en begeleiding noodzakelijk zijn voor de gedetineerden. We nemen een kijkje op het stappenplan dat ze moeten doorlopen.
Er wordt individueel besproken met de gedetineerde welke stappen ze moeten ondernemen om die persoon aan een job te helpen. Ook oriënterende groepsactiviteiten spelen hier hun rol. Er zijn twee vormen van die groepsactiviteiten: assessment en oriëntatie. Via een reeks denk- en doe opdrachten wordt een beeld gevormd van wie de gedetineerde is en wat hij kan. Daarna wordt samen met de detentieconsulent uitgezocht welke concrete job(s) de gedetineerde zou willen en kunnen uitoefenen.
Na overleg met alle betrokken VDAB-diensten wordt een trajectovereenkomst opgemaakt waarin het stappenplan wordt beschreven.
Er zijn verschillende mogelijkheden. Er zijn vormingen die zich richten op de persoon. Dit zijn opleidingen die gericht zijn op de persoonlijke en sociale vaardigheden die gebruikt worden op de arbeidsmarkt. Ook computervaardigheden vallen hieronder. Daarnaast zijn er sollicitatietrainingen die ervoor zorgen dat de gedetineerden klaargestoomd worden voor hun eerste sollicitatiegesprek. Ook kan het zijn dat de gedetineerde een gerichte beroepsopleiding volgt wat een essentiële stap is naar het vinden van een job. Al deze opleidingen vinden plaats buiten de gevangenis.
Wat zegt de media? Hieronder leest u een artikel van De Redactie. Zoals ik in het begin al zei, zijn ex-gedetineerden gestigmatiseerd door werkgevers. Bond Zonder Naam wil hier iets tegen doen.
Gedetineerden vinden na hun vrijlating uit de gevangenis maar moeilijk een nieuwe job. Uit cijfers van de VDAB blijkt dat de helft van hen zelfs helemaal geen werk meer vindt. Omdat het hebben van werk de beste garantie is om uit de gevangenis te blijven, wijdt Bond zonder Naam in haar tweejaarlijkse Gevangenencampagne extra aandacht aan de focus op talent en het vinden van een baan.
Opleiding en onderwijs bevorderen het herintegratieproces. Daarover zijn alle experts en ook ex-gevangenen het eens. Anonieme ervaringsdeskundigen getuigen daarover bij Bond zonder Naam. “Vanuit onze slachtofferervaring zullen we steeds blijven hameren op het belang van meer vorming tijdens de straftijd. Als een gevangene meer inzicht krijgt in wie hij is, wordt hij zich meer bewust van de gevolgen van zijn daden. Zo heeft het herintegratieproces meer kans op slagen.”
Alleen blijkt het vinden van werk na een verblijf in de gevangenis niet zo simpel. Het stigma dat nog steeds op gevangenen kleeft, blijft zeer hardnekkig. En zonder werk is het voor ex-gedetineerden vaak heel moeilijk om structuur te geven aan hun leven en de draad opnieuw op te pikken, met alle gevolgen vandien. Uit onderzoek van het NICC, het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, blijkt dat 44,1 procent van de ex-gedetineerden na hun vrijlating opnieuw in de gevangenis belandt, vaak al binnen de twee jaar.
Iedereen lijkt het erover eens dat gevangenen zo snel mogelijk opnieuw aan de slag moeten, maar werkgevers hebben vaak nood aan een extra duwtje. Om hen te motiveren organiseert Bond zonder Naam nu onder meer samen met het ondernemersplatform VKW bedrijfsbezoeken in de gevangenissen.
Wat houden deze bedrijfsbezoeken in de gevangenis in?
Bond zonder Naam leidt 4 keer per jaar groepen van maximaal 25 ondernemers rond in verschillende gevangenissen in Vlaanderen. Tijdens het bezoek:
- getuigen o.a. een ex-gedetineerde-werknemer en een werkgever over het belang van werk tijdens en na detentie.
- kom je te weten hoe werk van buitenaf aan een gevangenis wordt uitbesteed.
- ervaar je hoe gedetineerden klaargestoomd worden om in een zaak aan de slag te kunnen.
Bent u een werkgever en heeft u interesse in zo’n bezoek? Mail dan naar bzn@bzn.be.
We kunnen concluderen dat een goede begeleiding en opleidingen hoofdzakelijk zijn voor het vinden van werk voor een ex-gevangene. Het is alleen moeilijk om de maatschappij, vooral werkgevers te doen inzien dat ze ex-gedetineerden een kans moeten geven om hun leven te herstarten.
Ik begrijp het wel, ik zou ook niet meteen staan springen om zo’n persoon aan te nemen. Maar als iedereen zo denkt belanden we in een vicieuze cirkel. Hoe denken jullie dit op te lossen? Moet er nog meer aandacht besteed worden aan de opleidingen voor de gevangenen? Of moeten werkgevers juist meer aangespoord worden om ex-gedetineerden aan te nemen?
Bron: http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/1.1802417
Bron: https://www.vdab.be/trendsdoc/maandverslag/topic0402.pdf